2 weken geleden heb ik voor jullie een aantal baktechnieken uitgelicht. Er zijn er natuurlijk nog veel meer, dus daarom geef ik daar vandaag een vervolg aan. We gaan het hebben over de absolute basics van beslag en deeg maken.
Wat is precies het verschil tussen beslag en deeg? Als je een slagroomtaart of cake wil maken, maak je een beslag. Je mixt de boter met de suiker en de eieren en dan doe je de bloem erbij. Dit mengsel blijft vloeibaar. Als je koekjes of scones bakt, maak je deeg. Je kneedt de ingrediënten tot een vaste massa. Zodra je een bal van het deeg kunt vormen, is je deeg goed. Beslag en deeg meng je op verschillende manieren. Je kunt kneden, mixen, mengen en spatelen. Over de verschillen lees je hieronder.
Kneden gebruik je om deeg te maken. Dit kun je doen met de deeghaken van de mixer of met de hand. Meestal redden de deeghaken het niet en moet je alsnog even verder kneden met de hand. Je moet door kneden tot je een mooie bal van het deeg kunt maken. Vaak moet het deeg even in de koelkast rusten en koud worden. Je kunt dan het beste van de bal deeg een platte schijf maken, dan koelt je deeg veel sneller. Om uitdroging te voorkomen, pak je het deeg in folie in voordat je het in de koelkast legt.
Je kunt je beslag op 3 manieren behandelen, je kunt namelijk je ingrediënten mixen, mengen of spatelen. Dit laatste wordt ook wel vouwen genoemd. Mixen kun je het beste doen met een mixer, je mixt dan op hoge snelheid de ingrediënten zoals boter, suiker en eieren door elkaar.
Mengen kan met een mixer of met de hand. Je roert kort de ingrediënten door elkaar: als je eenmaal de boter, suiker en eieren hebt gemixt, voeg je de droge ingrediënten, zoals bloem, zelfrijzend bakmeel of cacao toe. Dan kun je niet te lang meer mixen, dus zodra alles gemengd is, ben je klaar.
Spatelen doe je als je beslag super luchtig moet blijven, zoals bij meringue. De eiwitten en de suiker kun je nog mixen, maar zodra je de poedersuiker toevoegt, wil je zoveel mogelijk lucht in het beslag houden, anders stort het beslag in. Als je spatelt, schraap je beslag van de onderkant van de kom en dat vouw je over de bovenkant het beslag. Je gebruikt hiervoor het beste een spatel. Spatel niet te lang, dan blijft je eiwit mooi stijf en krijg je heerlijke meringues.